valkuilen verbeteren proces

Traditioneel gezien werken de meeste bedrijven vanuit een top-down benadering, met een sterk aansturende rol van het management. Wat zijn dan je grootste valkuilen in het verbeterproces?

Wat is een top-down organisatie?

Een top-down organisatie wordt van bovenaf geleid. Het management stelt de visie en strategie op, die van bovenaf worden doorgevoerd in de organisatie. Medewerkers worden geïnformeerd en strikt aangestuurd. Daarbij horen een paar voors en tegens:

Voordelen:

  • directie stelt de plannen op en staat daar dus achter
  • beleid en plannen sluiten op elkaar aan

 Nadelen:

  • medewerkers voelen zich niet betrokken bij de koers van het bedrijf, waardoor minder draagvlak ontstaat voor ideeën van het management
  • kennis en ideeën van medewerkers worden niet optimaal gebruikt

Valkuilen bij top-down verbeteren

Wanneer het management het verbeterproces eenzijdig aanstuurt, zijn er enkele grote valkuilen om rekening mee te houden.

  1. Er is niet genoeg inhoudelijke kennis bij het management om de juiste verbeterinitiatieven voor de werkvloer vast te stellen.
  2. Het management kan niet inschatten hoe de prioriteit van verbeteringen op de werkvloer hoort te liggen.
  3. En de allerbelangrijkste: er is geen draagvlak voor de plannen. Als je niemand op de werkvloer mee krijgt, is het verbeteren gedoemd te mislukken.

Alleen samen kun je succesvol verbeteren.

Succesvol verbeteren in een top-down organisatie

Hoe kun je dan wel succesvol verbeteren? Om te kunnen verbeteren in welke organisatie dan ook, is er een mate van samenwerking en balans nodig tussen werkvloer en management. Om in een top-down situatie te verbeteren, is het dan ook essentieel om de onderkant van de organisatie te mobiliseren. Geef uitleg én luister in whiteboardmeetings, zorg dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Leer van de kennis van je medewerkers, want alleen samen kun je succesvol verbeteren!

 

Cierpa Certified Consultant Philip Stevenije over top-down verbeteren:

“Ik zorg ervoor dat al die mensen die het werkelijk moeten gaan waarmaken, direct betrokken worden in het traject. Daarvoor moet je laagdrempelig en transparant te werk gaan, niet te ingewikkeld denken. Geen complete verbetertheorieën voorleggen voordat mensen aan de slag kunnen. Dat schrikt af en werkt ontzettend demotiverend. Gewoon klein beginnen en resultaten laten zien. Daar leren mensen veel sneller van dan wanneer ze topdown in een verbetertraject geplaatst worden en verplicht naar een presentatie moeten luisteren of boeken moeten doorworstelen.”